Titel onderzoek | Sterven, dood en rouw bij Tolstoj, Heidegger en Ricœur: existentialistische visies op de dood en relevantie voor de geestelijke verzorging |
Naam onderzoeker | Gilbert P.B. Smelt |
Naam instelling | Vrije Universiteit Amsterdam |
Werkgever | N.v.t. |
Subsidiegever | N.v.t. |
Mailadres | Smelt.prc@xs4all.nl |
Begeleiders | dr. J. M Halsema (filosofie) eh dr. E.V. Tolstoj (faculteit der Theologie), VU |
Context onderzoek | Master Religiewetenschap |
Korte omschrijving | Deze masterscriptie richt zich op het omgaan met dood, sterven en rouw, gebaseerd op existentialistische inzichten voor het vakgebied van de geestelijke verzorging. Allereerst wordt het vakgebied van de thanatologie (studie van het sterven) in kaart gebracht. Hierna worden drie toonaangevende existentiële werken over de dood geanalyseerd: ‘De dood van Ivan llých’ van Tolstoj, ‘Zijn en Tijd’ van Heidegger en tenslotte ‘Leven tot de Dood’ van Ricœur. De scriptie zelf is verdeeld in twee delen waarbij in het eerste deel de nadruk ligt op de filosofische tekstanalyses en het tweede deel zich richt op concrete toepassingen voor de geestelijke verzorging. De studie concludeert dat de drie auteurs nuttige inzichten verschaffen voor de omgang met de dood, die zowel aanvullend op als in plaats van religieuze zingevingssystemen gebruikt kunnen worden. Tolstoj benadrukt bijvoorbeeld het belang van een goed geleefd leven om existentieel lijden te vermijden. Heidegger benadrukt het belang van een authentiek ‘Zijn-naar-de-dood’ (Sein-zum-Tode) gebaseerd op de tijdelijkheid van het leven. Ricœur ontwikkelt onder andere een model ter voorbereiding op de dood, een model dat uit drie fasen bestaat. Opvallende overeenkomsten tussen de auteurs zijn dat het verschil tussen de existentiële doodsangst en de angst voor feitelijke gebeurtenissen wordt benadrukt, een onderscheid met majeure palliatieve implicaties. Ook gebruiken de drie werken combinaties van doodsacceptatie- en transcendentiemodellen en adviseren zij om gedurende de gehele menselijke levensduur aandacht te schenken aan de dood als determinerende factor. Ik concludeer tot slot dat in Nederland, in navolging van bijvoorbeeld de VS, meer nadruk op aspecten van overlijdenseducatie zou moeten worden gelegd dan tot op het heden het geval is. De studie maakt verder nog gebruik van de zingevingsmodellen van Alma en Smit en de stervenstheorie van Kübler-Ross. Over de (klassieke) benadering van Kübler-Ross wordt geconcludeerd dat het hierin gehanteerde ‘stappenmodel’ met voorzichtigheid dient te worden toegepast. |
Type onderzoek | Literatuurstudie |
Discipline | Geestelijke verzorging, filosofie en thanatologie |
Trefwoorden | Sterven, dood, rouw, existentialisme, thanatologie |
Website | n.v.t. |
Publicaties | http://www.ubvu.vu.nl/pub/index_oclc.cfm?SearchObjectId=8&aantalitem=25&lang=_nl&fromitem=1&max=40477&ordering=1&objectid=109&openitem=x&trefwoord=smelt |
Lopend of afgerond onderzoek | Afgerond |
Datum indiening of aanpassing | 28 september 2018 |
Contactpersoon | Gilbert Smelt |
Betrokkenheid VGVZ | n.v.t. |